werfperiode

1993 - 1995

opdrachtgever

Kerkfabriek Sint-Mauritius

project

studie, restauratie, schilderwerken, technieken

Op basis van door eigen medewerkers uitgevoerd kunsthistorisch, archivalisch en stratigrafisch onderzoek werd een restauratiedossier opgemaakt. Dit gebeurde in nauw overleg met de opdrachtgever en de betoelagende administratie Onroerend Erfgoed in opeenvolgende fasen:

- bepaling van de omvang van de opdracht, timing restauratietraject
- archivalisch en stratigrafisch onderzoek
- diagnose en voorstel tot aanpak
- overleg met de opdrachtgever over de principes van aanpak en toetsing van het budget
- overleg met de bevoegde instanties
- opmaak van het dossier

Na goedkeuring van de toelage en machtiging tot uitvoering vanwege de minister, volgde de aanbesteding volgens de wettelijke procedures. Deze procedure werd voor de kerkfabriek door SPECTRUM bvba volledig voorbereid en opgevolgd. SPECTRUM bvba begeleidde en superviseerde de uitvoering van de werken door de aannemer, zowel op technisch als op administratief vlak.

DE HERBOREN SAMENHANG BINNEN DE ST.-MARITIUSKERK VAN BILZEN

Met recht en reden gaat onze bewondering en waardering uit naar kerkelijke monumenten die hun karakteristieke bouwstijl ook vertaald zien binnen een homogeen, in dezelfde cultuurperiode geconcipieerd interieur. Doch veel talrijker zijn de bedehuizen waar de stoffering, aankleding en bemeubeling beeld zijn van een cultuurhistorische ontwikkeling. Pijlers, nissen en kapellen worden er bevolkt door schaarse sacrale en devotionele getuigen van vergane oudere bouwfasen. Opgeofferd aan de groei en lotgevallen van de nederzetting. Religieuze hervormingen en bewegingen drongen hun fundamentele, soms drastische herdenking van ruimte en stoffering op. De ingrepen in de nieuwe liturgische taal lijken dikwijls agressief, maar wie goed toekijkt ontdekt niet zelden een subtiele en betekenisvolle dialoog met geherwaardeerd religieus erfgoed. Het kerkinterieur blijkt dan een geestelijk verhaal te zijn, in samenhang steeds herschreven, ver-beeld in zijn betekenis.

Voorbije eeuw raken klank, woord , ruimte en beeld echter stilaan verdwaald binnen goed bedoelde ingrepen, die elke band met deze samenhang verliezen. Orgels verstommen, biechtstoelen en altaren raken onbewoond, preekstoel en communiebanken opgeborgen of …. Tot vooruitgeschoven altaren versneden. Vaticanum II krijgt geen architecturale noch artistieke implementatie, mits met andere woorden elke kans haar religieus-maatschappelijke herbronning geïntegreerd vorm te geven.

Altaren worden naar de gelovigen gekeerd, zonder -in hun bestendige voorlopigheid- hechte ruimtelijke integratie te ambiëren. Meubilair wordt afgeschoven, de zingevende sacramentele samenhang verbroken. Moderne kunstenaars missen kracht en overtuiging om de vernieuwde religiositeit even krachtig als de traditie te vertolken. Geen wonder dat louter economische overwegingen vervuilde schilderingen onder een egale verflaag laten verdwijnen. Reeds lang ook beperken verlichting, bescherming tegen diefstal en geluidinstallaties zich tot louter utilitaire noodzakelijk storende ingrepen. Ze wekken enkel heimwee op naar de koperen hang- en wandluchters van weleer, naar feestelijke of deemoedige kandelaars, naar de zicht- en hoorbare boodschap op de preekstoel.

Zo verkommerde ook het interieur van de Sint-Mauritiuskerk te Bilzen tot een zielloze, kille grijsheid. Samenhang, licht en leven brengen in dit desolaat landschap was dan ook een unieke uitdaging.

OP ZOEK NAAR EEN COHERENT CULTUURHISTORISCH SCENARIO

Een diepgaand bouw- en kunsthistorisch vooronderzoek kreeg als taak mee de contextuele scenario’s vast te stellen waarbinnen alle elementen hun oorsprong, geschiedenis en wisselende samenhang hadden gevonden of verloren. Zo bleek snel hoe ingrijpend de opeenvolgende neogotische ingrepen van de 19de en begin 20ste eeuw zijn geweest die, afgezien van de toren (1662-1667) en het 15de-eeuwse koor, ook het interieur van de kerk volledig bepaalden. Van de barokperiode, maar ook va de middeleeuwse gotiek bleven enkel geïsoleerde kunstwerken over. De rijke verzameling gesculpteerde grafstenen werd aan de kant geschoven of verdween als loutere steunelementen onder altaren en vast meubilair.

De ontdekking, onder het ontmantelde neogotische hoofdaltaar, van de monumentale grafsteen van Edmond, baron van Bocholtz, landcommandeur van Alden Biesen, leverde meteen de hoofdschakel om het rijke, doch sedert de neogotische ingrepen volledig disparaat geworden barokpatrimonium in een vernieuwde samenhang te valoriseren. Gotiek en barok museaal-religieus geïntegreerd Wie de Sint-Mauritiuskerk van Bilzen bekijkt mag zich niet laten misleiden. Hoe homogeen gotisch ze er aan de buitenzijde ook uitziet, enkel koor (15de eeuw) en toren, een laatgotische reminiscentie uit de 17de eeuw. herinneren nog aan de 15de-eeuwse kerk die in 1636 in de vlammen opging bij de verwoesting van de stad Bilzen door de Kroatische huurlingen onder het bevel van Jan van Weert. In opdracht van prinsbisschop Ferdinand van Beieren onderdrukte hij een opstand van de Luikse ambachten en verwoestte daarop een groot deel van Loon (l).

Toch is het niet de barokke wederopbouw, vanaf 1662, die de gotische erfstukken als restanten zonder veel betekenis afschoof. De reeds in 1477 vermelde altaarstichtingen bleven immers doorleven, ondanks het feit dat van de gelegenheid gebruik werd gemaakt om de schikking van deze altaren grondig te herzien. Vooral de voor de middeleeuwen zo typische pijleraltaren werden systematisch opgeruimd. Het waren private stichtingen van gilden, ambachten en burgers. Dit ging dan ook niet steeds zonder moeilijkheden. op de eerste plaats vanwege de rectoren der betrokken stichtingen. Aan deze altaren waren voor de bedienaars immers inkomsten verbonden, in ruil voor één of enkele wekelijkse missen.

Het wegvallen van dit aloude patronaatsrecht bij de val van het Ancien Régime, betekende veelal ook het definitieve einde voor deze altaren en de overgebleven bijhorende beelden werden herleid tot louter sfeer scheppende devotionele citaten binnen de neogotische herinrichting. Tegelijk kregen de meeste beelden een geactualiseerde polychrome face-Iift.

Vergeten we bovendien niet dat de meeste gotische beelden in de huidige Sint-Mauritiuskerk verzeild raakten na de opheffing van een aantal religieuze instellingen binnen de stadsgrenzen van Bilzen tijdens de Franse Revolutie. Zo stammen de heilige Barbara, de Heilige Cecilia en een heilig Rochusbeeldje uit het vroegere Begijnhof. Het Barbara-altaar in het Begijnhof was overigens reeds in 1593 als stichting verenigd met het altaar van de Heilige Catharina in de hoofdkerk. Nog niet zo lang geleden werd een 16de -eeuwse Piëta om veiligheidsredenen uit de kapel Pijpenhof overgebracht.

In de lijn van de betrachting van Jos Roux, interieurarchitect, en zijn ontwerpcollectief Spectrum, om in het vernieuwd interieur een soort 'Gesamtkunstwerk' te realiseren "als een gelukkige samenhang van alle aanwezige deelopdrachten", werden de gotische beelden geruisloos maar subtiel in de totaalaankleding opgenomen. De Heilige Anna-ten-Drieën (1520-1530). afkomstig van een voormalige altaarstichting vraagt om herinnerende aandacht in de noordwestelijke zijkapel. naast de toren. De andere beelden volgen aan pijlers en kerkwanden het spoor van hun barokke en neogotische opvolgers. Het vooruitgeschoven nieuw hoofdaltaar biedt tenslotte een nieuwe mogelijkheid de Man van Smarten, iconologisch verbonden met de legende van de Heilige Gregoriusmis. in relatie met de Eucharistieviering inhoudelijk te actualiseren.

Auteur tekst: T. Waegeman